Fluffie ontvangt excuses

Ik ken de Achilleshiel van Fluffie, mijn Voskonijn.
Ik ga hier niet onthullen hoe ik daar achter ben gekomen, dat zou niet netjes zijn.
Maar omdát ik het nou eenmaal weet zet ik het wel in voor relatiebeheer:
Zonnebloempitten.

Maar laatst ging het mis.
Ik wilde Fluffie borstelen.
Maar Fluffie heeft zo haar eigen stijl; ze heeft haar grenzen en gaat er majesteitelijk van uit dat je die respecteert.
Ze doet geen moeite om je te waarschuwen, dat heeft ze niet nodig en is ook veel te veel werk.
Je komt er vanzelf achter als je er overheen gaat.
Een grens is. Fluffie Is.
Het viel me dan ook mee hoe coöperatief ze deed tijdens het borstelen, en ik bleef nauwkeurig binnen haar tolerantiegrens.
Er zat niks verkeerds in haar vacht: ik kon de sessie kort houden.

Ik zette haar terug in het hok en bood wat konijnen-brokjes aan als dank voor de medewerking.
Nee, zei ze. Zonnebloempitten.
Dat doet ze zo; ze zeurt niet, ze deelt mee.
Ik haalde er wat en ze nam er eentje aan.
We gingen er eens uitgebreid voor zitten, zij en ik.
Zij geniet van de pitjes, en ik van hoe ze het opeet, mjom mjom mjom zegt ze dan
En toen maakte ik een fout.
Ik zag dat haar ene oor wat rood leek, en raakte het aan ongevraagd aan.
Ze draaide me acuut de rug toe. Beledigd.
Ik was lucht voor haar.
Demonstratief bleef ze op de bovenste verdieping zitten, met haar snuit naar de trap.
Dat ik niet moest denken dat ze wou vluchten, mooi niet.

Van Anita Alblas (Bunny Training Nederland)  had ik geleerd dat konijnen beledigd kunnen zijn, dat ze dan met de rug naar je toe gaan zitten, en dat je het goed kunt maken door door je eigen haar te strijken, je eigen vacht te verzorgen, een soort excuus.

Ik streek wat langs een pluk haar die naast mijn gezicht hing, en zij begon ook.
Toen hipte ze naar beneden en snuffelde nonchalant aan de drempel van het hok.
Matig geïnteresseerd in wat daar te ruiken was, maar ja, ze had toch niks te doen.
Ik opende mijn hand en bood haar alle pitjes aan: mijn menselijke gebaar van verzoening.
Ze hipte langs me heen naar buiten.
Ze kende me niet.
Ze had  sowieso geen interesse in zonnebloempitjes.

De volgende dag was ze nog niet bijgedraaid.
Ik voelde me niet schuldig. Ik vond het schattig.
Ik oversteeg het kleine drama en gunde haar haar tijd.

Morgen zou alles beter zijn.